Deze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technieken om een optimale gebruikerservaring te bieden. Je kunt je voorkeuren aanpassen.

Deze cookies zorgen ervoor dat de website naar behoren werkt. Deze cookies kunnen niet uitgezet worden.
Deze cookies zorgen ervoor dat we het gebruik van de website kunnen meten en verbeteringen door kunnen voeren.
Deze cookies kunnen geplaatst worden door derde partijen, zoals YouTube of Vimeo.
Deze cookie stellen onze advertentiepartners in staat om doelgerichter informatie te kunnen aanbieden.

Door categorieën uit te zetten, kan het voorkomen dat gerelateerde functionaliteiten binnen de website niet langer correct werken. Het is altijd mogelijk om op een later moment de voorkeuren aan te passen.

Breien voor de gemobiliseerden door leden van de Dordrechtsche Vrouwelijke Hulpdienst, …

Afbeelding  555_13778

Collectie
Collectie W. Meijers
Inventarisnummer
555_13778
Beschrijving
Breien voor de gemobiliseerden door leden van de Dordrechtsche Vrouwelijke Hulpdienst, die van september 1939 tot juli 1940 de gemobiliseerden ondersteunde. Voorzitter mevrouw Dr. H.B. van Bilderbeek-van Meurs staat in het midden (met hoed).
Persoon
Bilderbeek, v.
Gebouw / instelling
Dordrechtsche Vrouwelijke Hulpdienst
Geografie
Dordrecht
Datum of periode
12-10-1939
Auteur
Parant J.L. du
Annotatie
Verbeterd 2021
Trefwoorden
mobilisatie verenigingen
toon op grote kaart
Goed om te weten: de plek kan afwijken van de werkelijke locatie (hij wordt automatisch gegenereerd).

4 reacties Commentaar van bezoekers

Ton Waalboer 3 jaar geleden
Op het moment dat ik de “misleidende teksten” plaatste, was er nog geen datum bij de foto bekend wat overigens verder van ondergeschikt belang is. Wél ben ik benieuwd waar die datum nu vandaan komt. Het onderstaande haal ik aan om duidelijk te maken dat mevrouw Bilderbeek vanaf het eerste uur bij de Dordrechtsche Vrouwenclub betrokken was. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de Dordrechtsche Vrouwelijke Hulpdienst voort kwam uit de Dordrechtsche Vrouwenclub. Dus kan de foto naar mijn mening nog steeds de Dordrechtsche Vrouwenclub betreffen.
De DVH had haar onderkomen daar waar ook de Dordrechtsche Vrouwenclub zich al sinds 20-10-1923 (in het oude archiefgebouw aan het Grotekerksplein 1rd) bevond. Op 3-4-1912 werd in het gebouw "De Toekomst" de oprichtingsvergadering gehouden welke geopend werd door mevrouw Dr. H. B. van Bilderbeek—Van Meurs waarbij ze de afwezige presidente mevrouw L. Wiarda-Lucks verving welke verhinderd was. In haar toespraak werden doel en streven uiteen gezet. “Om het voorgestelde doel te bereiken zal in de eerste plaats een clublokaal nodig zijn als middelpunt van het verenigingsleven. Er zal niet alleen op gezelligheid gelet worden, maar vooral ook op het bevorderen van algemene ontwikkeling. Dit laatste kan bereikt worden door lezingen te houden door derden of door enkele leden over onderwerpen betreffende haar vak of werkkring, of door kleine tentoonstellingen over onderwerpen die de moderne vrouw belang kunnen interesseren. Bijvoorbeeld lezingen over muziek, literatuur, nijverheidskunst, opvoeding, onderwijs. sociale kwesties. vrouw en arbeid enz. Tentoonstellingen op het gebied van kunstnijverheid, als kleine meubelkunst, aardewerk, metaalbewerking, weefkunst, kunstnaaldwerk enz. enz.. “ Het bestuur werd gevormd door de dames L. Wiarda-Lucks, presidente. A. Grondijs-van Embden. Secretaresse. Dr. H. B. van Bilderbeek-Van Meurs, penningmeesteresse. H. B. Lotsv- de Court Onderwater en M. H. A. Stoop— van Delden. Het aantal leden en donateurs was 84 aan het eind van de bijeenkomst. Het breiwerk, verricht door de Dordrechtsche Vrouwelijke Hulpdienst, werd thuis gedaan en niet in het clubgebouw. Voor het aanmelden bij deze hulpdienst, het ophalen van materiaal en inleveren van afgemaakte werkstukken was het clubgebouw 2 dagen in de week een paar uur open.
meld misbruik
Kees Weltevrede 3 jaar geleden
Dit is een afbeelding van het werk van de Dordrechtsche Vrouwelijke Hulpdienst, die voor de Tweede Wereldoorlog de gemobiliseerden ondersteunde. Van september 1939 tot juli 1940. Mevrouw Dr. H.B. van Bilderbeek-van Meurs was voorzitter. Ze staat in het midden met hoedje.
Het bijschrift is misleidend en de teksten kloppen niet bij deze afbeelding.
meld misbruik
Ton Waalboer 4 jaar geleden
Deel I
Dordrechtsche Courant, 19-12-1912. Dordrechtsche Vrouwenclub. In de tearoom van De Nieuwe Melkinrichting hadden zich hedenmiddag te kwart over vier verscheiden dames vereenigd, om tegenwoordig te zijn bij de opening van de zalen der Dordrechtsche Vrouwenclub Dordrecht. Daartoe waren o.a. ook uitgenoodigd de vier uit deze gemeente vertrokken voormalige bestuursleden der Club, het bestuur der Nieuwe Melkinrichting, in welk gebouw zich bedoelde zalen bevinden, de architect van de gebouwen de heer B. van Bilderbeek en de directeur, de heer W. Bootsma. De presidente, Mevrouw C.van Wageningen— ’t Hooft, hield, nadat allen gezeten waren, de volgende toespraak : Geachte dames en heeren ! Eindelijk is dan de dag aangebroken, waarop onze verwachting al zoo lang gespannen was en mag ik u welkom heeten in onze Club. Het is het bestuur zeer aangenaam, dat u in zoo groeten getale zijt opgekomen. Wij hadden dat eenigszins verwacht en hadden het bestuur van de Nieuwe Melk Inrichting meegedeeld, dat de opkomst wel groot zou zijn, waarop de heeren dier inrichting zoo heel welwillend waren om ons hun lokalen af te staan. Dat is voor ons heel prettig, want nu zal ons lokaal, als u straks bij kleinere gedeelten naar boven gaat, u vriendelijker toeschijnen, dan dat ge het voor het eerst zoudt zien, opgevuld met menschen. Wat is het heerlijk nu te kunnen spreken van o n s C l u b l o k a al, want hoe genoeglijk de vorige vergaderingen ook waren, we voelden ons (want we waren het ook nog niet) nog niet geheel thuis. Wat verwachten we eigenlijk van onze Club, van een Vrouwen-Club in het algemeen? Me dunkt, het is nu wel het oogenblik, daar nog eens uw aandacht op te vestigen. Wat wenschen de leden van de vrouwenclubs? las ik eens in een artikel daarover. En het antwoord was: “De alleenstaande, ontwikkelde vrouw met beperkte middelen is vaak uitgesloten van het groote leven, in al zijn geestelijke, artistieke, maatschappelijke schakeeringen. Uitgesloten, tenzij zij zich „de heele wereld in ’t klein” opent in den vorm van een “vrouwenclub”. Die strooming begon in Engeland. Daar richtten een aantal bekende vrouwen, schrijfsters, schilderessen, doktoressen, advocaten, enz. in 1903 de Lyceum-Club op, die weldra tot grooten bloei kwam en niet alleen onder vrouwen van deze categorieën, maar ook onder vrouwen, die een levendig belang stellen in wetenschap, kunst en allerlei geestelijk en sociaal vrouwenwerk zonder zelf zich er aan te kunnen geven, een groot aantal leden won. Weldra werd in Londen een schitterend ingericht Clubgebouw geopend. Het denkbeeld van de Londensche Lyceum- Club werkte snel ook in andere landen door. Reeds November 1905 ontstond een dergelijke Lyceum—Club in Duitschland, die onder het beschermvrouw-schap staat van de Koninklijke schrijfster Carmen Sylva. En ook in andere landen ontstonden Lyceum- clubs, die clubgebouwen openden in de voornaamste steden. Thans bestaan er zulke centra in Londen, Parijs, Berlijn, Florence en Rome. Naast deze Lyceum-Clubs, eigenlijk de hoofdclubs, bestaan er in alle landen, en naar ik meen ook in de nieuwe wereld, een groot aantal stedelijke vrouwenclubs, waarvan eenige zich dan weer in landelijke of districtsgroepen organiseerden. Interessant is het wel, om eens even een kijkje te nemen in de Duitsche Lyceumclub, die haar verblijf houdt in de Potsdamer Strasze in Berlijn. De zeer ruime lokalen bieden aan de meer dan 1000 leden een gezellig, rustig verblijf voor alle mogelijke omstandigheden. Want, behalve de mooie groote zaal voor voordrachten, concerten, tentoonstellingen en recepties zoowel als voor de wekelijksche gezellige bijeenkomsten, de geheel in Japansche rood-lak en goudgeel gehouden theekamer, en een tot rustig praten uitlokkende zitkamer en conversatiekamer, is er een ruime lees- en schrijfkamer met een zeer goed voorziene bibliotheek (waar o.a. alle belangrijke kranten en tijdschriften in 4 talen aanwezig zijn), een rookkamer (in Duitschland rooken de vrouwen thans veel meer dan bij ons) en een goed ingericht restaurant, waar bij vooruit bestelling een eenvoudig, maar goed middagmaal kan worden genuttigd. Dan een groote lommerrijke tuin en terras. Behalve een vergaderkamer voor de sub- comité’s enz., het administratiebureau en een badkamer, zijn er nog ongeveer 9 logeerkamers‚ die tegen niet hoogen prijs leden van buiten, die tijdelijk in Berlijn vertoeven, een aangenaam verblijf kunnen waarborgen. Alle kamers zijn ingericht door de beste kunstnijveren onder de leden. Maar behalve, dat de Lyceum-Club tracht zijn leden het leven aangenaam te maken, wil zij ook haar belangen bevorderen. Daartoe dient de werkzaamheid van een aantal commissies. De gewone werkende leden verdeelen zich in groepen naar de soort arbeid, dien zij beoefenen : zoo is er een kunstgroep‚ een kunstnijverheidsgroep (die weer verdeeld is in 12- vakafdeelingen), een letterkundegroep, een muziekgroep, een groep voor sociaal werk en ook eenige internationale groepen, die gevormd worden door de vrouwen telkens van één nationaliteit. Voorts is er een perscommissie, die o. m. de redactie voert van het cluborgaan en ten slotte een „gesellschaftliche” feestcommissie, die voor feesten, recepties, enz. zorg draagt. Velerlei leven, ernstige werkzaamheid, afgewisseld door vroolijke, zorgelooze gezelligheid gaat er dus door deze Lyceum-Club heen. En bij de andere clubs (er zijn er in Berlijn nog twee) zal het wel ongeveer hetzelfde zijn. Maar wat is nu de eigenlijke ondergrond van al dit streven en bewegen, wat is het centrale doel er van, dat het zoo belangrijk maakt? De aanraking op voet van gelijkheid met vrouwen uit allerlei kring en belangensfeer. moet noodzakelijk bij ieder der clubleden versterken een verantwoordelijkheidsbesef, een verlangen te helpen en te hervormen, en kan dan voeren tot dat nieuwe, diepe gemeenschapsgevoel, waarin men zich één voelt met allen: tot de waarachtige naastenliefde, die niet in weldadigheid, maar in sociale hervormingen en in werkelijk-hartelijke belangstelling in ieders levensvorm hun hoogste uiting vindt. In Nederland is een poging (omstreeks 1905) gedaan tot oprichting van een Lyceum-Club, die op niets uitliep. Iets is er echter, dat ook ten onzent in de goede richting wijst, n.l. de bloei van de vereenigingen van vrouwelijke studenten. Dus volgt uit het voorafgaande dat de Dordrechtsche Vrouwenclub is de e e r s t e N e d e r l a n d s c h e Vrouwenclub. En mogen wij allen de beteekenis haarvan gevoelen. En hoe is o n z e Club nu tot stand gekomen? Door het gemopper over het gemis ervan door een niet-Dordtsche, die toch haar werk hier had en een vriendelijke tegemoetkoming van een vriendin van genoemde niet-Dordtsche met het vluchtig uitgesproken: „Wij moesten zien hier een Vrouwenclub te stichten”. Dat is het begin geweest. Daarop zijn er bezoeken afgelegd, brieven geschreven, informaties bij soortgelijke clubs ingewonnen, vergaderingen gehouden totdat eindelijk een en ander vasteren vorm aannam. Wonderlijk, dat ik hier nu voor u sta, terwijl natuurlijk ieder denkt mevrouw Reynvaan moest daar staan. En ’t zou haar recht ook zijn, de Club, door haar ontworpen en, ik mag wel zeggen, door haar op weg geholpen, te openen. Maar dat heeft niet zoo mogen zijn.
meld misbruik
Ton Waalboer 4 jaar geleden
Deel II
Van het zeer ijverige bestuur verlieten achtereenvolgens vier leden, de dames Reynvaan, Bruin, Wiarda en Grondijs onze stad. En het Is mij een behoefte hier te zeggen, hoe wij hopen, dat deze dames te allen tijde, wanneer ze in Dordt zijn, de Club met haar bezoek zullen willen vereeren. Onze dank voor alles wat ze in het belang der Club deden, is hier zeker op zijn plaats. Ik wilde u de geschiedenis van onze Club vertellen, maar ik neem hier en daar maar een greep, want ik kan u onmogelijk gaan plagen met de opsomming van het aantal vergaderingen en bijeenkomsten, die we bijvoorbeeld voor de inrichting hadden en hoe roezig die soms waren, als het bleek, dat de eene stoel een te hoogen en de andere juist weer een te lagen rug had. Hoe het gordijn juist weer iets te grijs van tint was en de leestafel net te klein geoordeeld werd. Het is nu eenmaal geen gemakkelijke taak om met z’n zevenen twee kamers te moeten aankleeden. Maar basta, we hebben ons lokaal en het is gemeubeld. Mocht er iemand iets op aan te merken hebben, dan geef ik den raad, dat maar eens in het boek te schrijven en zullen we zien of we bijvoorbeeld bij een 10—jarig bestaan eens iets zullen veranderen. Wat verwachten wij persoonlijk van onze Club ? Die vraag zou op heel wat verschillende manieren kunnen beantwoord worden. Het jaar, dat wij nu ingaan, beschouwen wij, als bestuur, als een proefjaar en ik zou u, leden, allen toe willen roepen: beschouwt het ook zoo! Ik zal mijn bedoeling hieromtrent duidelijker maken. Toen ik zelf nog niet in het bestuur was, heb ik nogal eens hooren zeggen: „Och, ik zal maar lid worden ; als het me niet erg bevalt of het valt me tegen, bedank ik maar weer.” Sedert ik in het bestuur gekomen ben, heeft niemand meer iets dergelijks tegen me gezegd en vrees ik, dat die gedachte nog in enkele harten zal leven en daarom wil ik u het volgende voorstellen : we hebben een boek neergelegd en verzoeken allen: indien er iets is, dat ge u anders voorgesteld hadt of dat ge u nu nog anders wenscht, weest dan zoo vriendelijk , het daarin te schrijven. Als het eenigszins in onze macht is, zal er zeker aan uw wensch worden voldaan. Van harte hopen we, dat het boek zal blijken te zijn een wenschen-boek en nooit een klachten-boek. Was het gewoonte om een opschrift boven de deur te plaatsen, dan zouden we hier moeten zetten: „Elck wat wils”. Want de één zoekt de gezelligheid, een tweede ontwikkeling door voordracht, causerie en tentoonstelling, een derde zet zich bij de leestafel neer en een vierde beschouwt het als middelpunt, waar alle vrouwelijke belangen behartigd zullen worden. Deze vierde komt met vragen als: ‚,weet u ook, waar ik hier in Dordt geschikte kamers kan krijgen ?.” of" : „Ik heb nog plaats voor een pensionnaire, als u eens van iemand hoort” of: „wij zouden graag een gezamenlijke tafel ’s middags hebben, zouden we hier misschien een lijst voor deelname neer kunnen leggen ?” of: „kunt u me ook zeggen, wie hier ter stede het bestuur van Tesselschade vormen ?.” Het bestuur ziet de vier partijen alle even graag komen en liefst zoo vaak mogelijk, opdat het gezellig in ons Clublokaal zal zijn. Het kan de leestafelmenschen evenmin missen als de societeitsbezoeksters. Nog rest mij een opheldering te geven. Van tijd tot tijd hoorden wij klachten van menschen, die zich gepasseerd voelden, omdat zij bij de oprichting geen brief gehad hadden. Maar mij dunkt, waar het bestuur in een korten tijd zoo vaak veranderd is en er juist dikwijls niet-Dordtsche Secretaressen waren, moet en kan dat toch nooit kwalijk genomen worden. Mochten die beleedigden nog toe willen treden, zij zullen ons van harte welkom zijn! Heb ik nu gesproken over twee soorten van menschen, namelijk zij, die het maar eens een jaar zouden probeeren en de beleedigden, dan resten mij nog twee soorten. De derde, dat zijn diegenen, die de kat zoo graag eens uit den boom willen zien en dan misschien wel lid zullen worden. Haar zou ik toe willen roepen: wordt nu maar gauw lid! anders loopt ge kans, dat ge, al turende op die kat in den boom, allerlei ziet ontsnappen, waarop gij juist prijs zoudt gesteld hebben. En bedenkt dan ook, dat, hoe meer leden wij hebben, hoe meer wij kunnen geven. Lezingen, voordrachten, die nu nog te bezwarend zijn voor de kas, zullen mogelijk zijn, als gij allen als lid toetreedt. De vierde categorie zijn diegenen, die geen lid willen worden, omdat zij persoonlijk geen behoefte eraan hebben. Maar zij konden toch, dunkt me, ook wel haar steentje bijdragen, opdat anderen konden profiteeren. Hier voeg lk aan toe, dat we de contributie zoo laag mogelijk stelden om velen gelegenheid te geven lid te worden en vestig ik er de aandacht nog eens op, dat de leden die f 2,50 betalen, precies dezelfde rechten‚ hebben als zij die voor f 5 en meer lid zijn. Nu ik toch op het gebied der penningmeesteres ben, maak ik van de gelegenheid gebruik u mee te deelen dat tot ons genoegen alle aandeelen van de rentelooze leening geplaatst zijn en spreek hier onzen oprechten dank uit aan hen, die daartoe meegewerkt hebben. Ook nogmaals onzen dank aan het bestuur er Nieuwe Melk-Inrichting en den heer Bootsma, die steeds zoo welwillend voor ons waren, waar het betrof veranderingen in het lokaal, regelingen treffen en anderszins. Ook den heeren Van Bilderbeek en Drucker, die ons met raad en daad terzijde stonden, onzen dank. Wanneer nu de hamer straks gevallen zal‚ als teeken, dat de D. V. C. geopend is, is erboven gelegenheid, ons clublokaal te bezichtigen. Mogen wij den aanwezigen vriendelijk verzoeken, niet allen tegelijk daar gebruik van te maken. Het bestuur zal met u ook gedeeltelijk naar boven gaan en gedeeltelijk beneden blijven. Voor dezen winter hebben wij een voorlopig programma opgemaakt: Onder meer hebben de volgende personen lezingen en causerieën toegezegd : mevrouw Van Rhijn-Naeff, Dr. B. van Rijswijk‚ Mej. Van Berkum en Dr. Kiewiet de Jonge, terwijl de dames Vriesendorp, Wijnandts en Van Baarle twee concerten zullen geven. Ter afwisseling zullen nog een paar tentoonstellingen worden gehouden. Verder vestig ik er uwe aandacht nog eens op, dat 21 December, dus overmorgen, een tentoonstelling van kunstnaaldwerk van Marg. Verwey geopend zal worden, welke 2½ dag zal duren. Er is gelegenheid de tentoongestelde werken te koopen. Een opwekking tot bezoek is zeker in deze wel overbodig. Niet-leden kunnen de tentoonstelling voor een kwartje entree bezoeken en leerlingen van scholen voor 10 cts. Na mijn mede-bestuursleden hartelijk dank gebracht te hebben voor haar onvermoeiden ijver en groote hulp, verklaar ik het clublokaal van de Dordrechtsche Vrouwenclub g e o p e n d! (Applaus). Aan de uitnoodiging, de lokalen te bezichtigen, werd gretig voldaan. Ze zijn gelegen op de eerste verdieping en vormen feitelijk één geheel. Het achterste gedeelte is meer in, het bijzonder bestemd voor leeszaal, het voorste voor conversatiekamer. Gezellig zien ze er uit, eenvoudig en smaakvol zijn ze gemeubileerd. Men kan het zich voorstellen, dat de dames zich hier op haar gemak zullen voelen en dat dit een middelpunt zal worden van vrouwelijk leven. Onder viool- en pianomuziek bleven de leden en genoodigden verder nog eenigen tijd bijeen. Zie ook 552_350946.
meld misbruik
Laat ons weten wie of wat er op deze foto staat.

Je beschrijving wordt direct op de site getoond.

captcha
Neem het woord (6 letters) uit het plaatje over in het invulveld. Onleesbaar? Klik op het plaatje.